Liturgie

Zondag 22 juni

 

Morgendienst 10:00 uur

Ps.   73:12

Wetslezing

Ps.   78:35

Schriftlezing 1 Samuël 16:1-13

Ps.   89:9, 10, 15

Ps.   8:4

Ps.  132:9, 11

 

Tekst voor de prediking: 1 Samuël 16:1 en 12

1 Toen zeide de HEERE tot Samuël: Hoelang draagt gij leed om Saul, dien Ik toch verworpen heb, dat hij geen koning zij over Israël? Vul uw hoorn met olie en ga heen; Ik zal u zenden tot Isaï, den Bethlehemiet, want Ik heb Mij een koning onder zijn zonen uitgezien.

12 Toen zond hij heen en bracht hem in (hij nu was roodachtig, mitsgaders schoon van ogen en schoon van aanzien); en de HEERE zeide: Sta op, zalf hem, want deze is het.

 

Thema:  David gezalfd tot koning

1 de geschiedenis achter die zalving (waarom gebeurde dat?)

2 de reden van die zalving (waarom David?)

3 de werkwijze van die zalving (hoe ging dat?)

 

Besprekingsvragen bij de preek

 

Voor de kinderen

1 Waarom mocht Saul geen koning meer zijn?

2 Waarom was Samuel zo onder de indruk van Eliab? Wat zegt de Heere dan? En wat bedoelt Hij daarmee? 

3 Waarom had Isai David niet laten komen? Wat bedoelt hij met 'de kleinste'?

 

Voor de ouderen

4 Waarom aarzelt Samuel om een nieuwe koning te zalven? Kan hij niet op God vertrouwen dan? Waar zien we dat meer in de Bijbel, dat Gods knechten bang zijn? 

5 Wat voor hart had David, dat de Heere dat heeft aangezien?

6 Probeer vanuit deze geschiedenis eens lijnen naar Christus te trekken? 

 

Middagdienst 17:00 uur

Ps.   33:6

Schriftlezing Romeinen 6:6-33

Ps.   65:2

Geloofsbelijdenis

Ps.   89:4, 7, 8

Ps. 147:6

Ps.   69:14

 

Tekst voor de prediking: Dordtse Leerregels Hoofdstuk I, par 5 en 6

5. De oorzaak of onschuld van dat ongeloof, gelijk ook van alle andere zonden, is geenszins in God, maar in den mens. Maar het geloof in Jezus Christus en de zaligheid door Hem, is een genadige gave Gods; gelijk geschreven is: Uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof, en dat niet uit u, het is Gods gave (Ef. 2:8). Insgelijks: Het is u gegeven in Christus te geloven (Filip. 1:29).

6. Dat God sommigen in den tijd met het geloof begiftigt, sommigen niet begiftigt, komt voort van Zijn eeuwig besluit. Want al Zijn werken zijn Hem van eeuwigheid bekend (Hand. 15:18), en Hij werkt alle dingen naar den raad van Zijn wil (Ef. 1:11). Naar welk besluit Hij de harten der uitverkorenen, hoewel zij hard zijn, genadiglijk vermurwt en buigt om te geloven; maar degenen die niet zijn verkoren, naar Zijn rechtvaardig oordeel, in hun boosheid en hardigheid laat. En hier is het dat zich voornamelijk voor ons ontsluit die diepe, barmhartige en evenzeer rechtvaardige onderscheiding der mensen, zijnde in evengelijke staat des verderfs, of het besluit van verkiezing en verwerping, in het Woord Gods geopenbaard. Hetwelk, evenals het de verkeerde, onreine en onvaste mensen verdraaien tot hun verderf, alzo den heiligen en godvrezenden zielen een onuitsprekelijken troost geeft.

 

Zie voor een eenvoudige hertaling van de Dordtse Leerregels

https://www.dordtse-leerregels.nl/ 

 

Thema: Gods eeuwige besluit

1 de belijdenis van dat besluit

2 het onderwijs in dat besluit

3 de reactie op dat besluit

 

Besprekingsvragen bij de preek

 

Voor de kinderen

1 Wat is de meest erge zonde?

2 Kun je zelf besluiten om te gaan geloven? Hoe staat het in de Bijbel?

3 Wat doet een klein kindje als mama een hapje eten voor het mondje houdt? Kun je daar een psalm bij bedenken? 

 

Voor de ouderen

4 Het gaat in de Dordtse Leerregels over de verkiezing. Maar daar begint God niet mee in het geestelijke leven. Waarmee dan wel?

5 Waarom werkt God in de harten van de uitverkorenen? Wat zeiden de Remonstranten? Wat zeggen de Leerregels? 

6 Wat is volgens par. 6 de reactie op Gods besluit? Hoe is uw reactie?