Liturgie

Zondag 13 oktober

 

Morgendienst

Ps. 136:1, 24

Ps.   77:3

Lezen: Esther 6

Ps.    9:1, 3, 10, 11

Ps. 119:1

Ps.   66:5, 10

 

Tekst: Esther 6:1, 11 en 7:10

6:1 In denzelven nacht was de slaap van den koning geweken; en hij zeide dat men het boek der gedachtenissen, de kronieken, brengen zou, en zij werden in de tegenwoordigheid des konings gelezen.

6:11 En Haman nam dat kleed en dat paard, en trok het kleed Mórdechai aan, en deed hem rijden door de straten der stad, en hij riep voor hem: Alzo zal men dien man doen tot wiens eer de koning een welbehagen heeft.

7:10 Alzo hingen zij Haman aan de galg die hij voor Mórdechai had doen bereiden; en de grimmigheid des konings werd gestild.

 

In denzelven nacht was de slaap van den koning geweken

1. de kronieken van de koning (6:1)

2. de eer van de koning (6:11)

3. de grimmigheid van de koning (7:10)

 

Vragen ter overdenking

1. Hoe kwam het dat Ahasveros niet kon slapen?

2. Noem een aantal Bijbelse voorbeelden van een slapeloze nacht.

3. Wat betekent het dat psalm 84 zegt dat de Heere genade en eer geeft?

4. Is Esther niet onbarmhartig ten opzichte van Haman?

5. Hoe zien we hier de vervulling van Numeri 24:20? 

 

Middagdienst

Ps.  101:1, 5

Lezen: Jakobus 3:1-12

Ps.   63:7

Ps.   15:1, 2, 3

Ps. 19:5

Ps. 119:86

 

Tekst: HC Zondag 43

Wat wil het negende gebod?
Dat ik tegen niemand valse getuigenis geve,
niemand zijn woorden verdraaie,
geen achterklapper of lasteraar zij,
niemand lichtelijk en onverhoord oordele of helpe veroordelen;
maar allerlei liegen en bedriegen,
als eigen werken des duivels, vermijde,
tenzij dat ik den zwaren toorn Gods op mij laden wil;
insgelijks, dat ik in het gericht en alle andere handelingen
de waarheid liefhebbe, oprechtelijk spreke en belijde;
ook mijns naasten eer en goed gerucht naar mijn vermogen voorsta en bevordere.

 

 

Gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste.

1. wat daarin verboden wordt

2. wat daarin geboden wordt

 

Vragen ter overdenking

1. Wat is het verschil tussen roddel en laster? 

2. Wat vindt u een ergere zonde? Roddelen of overspel? Wat zegt de Catechismus? En Jakobus 3:6?

3. Hoe komt het dat deze zonde zo makkelijk gaat? 

4. Wat is het verschil tussen een noodleugen en een leugen om bestwil?

5. Ga in op de volgende stelling: ongeloof maakt van God een leugenaar.